Trainer Wim Dusseldorp: "Ik ben blij dat deze kans zich voordeed”

Dusseldorp staat niet bekend om zijn zachtzinnige aanpak. "Rechtlijnig, streng. Iemand die eerlijk is, die niet om de hete brij heen draai", beschrijft hij zichzelf in De Limburger. "Mijn valkuil is dat het bot kan overkomen. Mensen die mij echt kennen weten dat ik sociaal en hulpvaardig ben. Ik straal dat alleen niet uit met mijn norse kop en strenge blik.”

Hij merkte al snel dat die aanpak minder goed werkt in het vrouwenvoetbal. "Ik ben me ervan bewust dat je vaak verder komt als je je verplaatst in de persoon tegenover je. En dat het goed is om rekening te houden met wat jouw gedrag voor invloed heeft op de ander. Toen ik begon als trainer wilde ik overal grip op houden, dacht dat ik alles wist.”

"In dit team is er veel persoonlijke aandacht voor elkaar. Voor mij is dat niet vanzelfsprekend, ik ben van nature meer gericht op de inhoud", gaat de trainer verder. "Bij de dames gaat het ook om de relatie die je met elkaar hebt. Het is veel warmer dan bij mannen. Aan tafel tijdens de lunch, het gaat overal over: fietsen, honden, hobby’s. Ik zit erbij en luister. Tijdens het inlopen op de eerste training na de winterstop krijg je wat geklets voor je oren. Maar leuk, prima. Er is oprechte aandacht voor elkaar.”

Hoewel Dusseldorp zijn draai heeft gevonden in het vrouwenvoetbal, ziet hij wel duidelijke, kwalitatieve verschillen met de mannenwereld. "Mannen hadden er al vele jaren voetbalopleiding opzitten als ik met ze ging werken. Deze meiden hebben die jaren niet op de teller staan. Zij starten later in hun jeugd met trainen op een intensief niveau. Dat heeft effect op de belastbaarheid. Voor mij betekent dit dat ik uit mijn comfortzone moet, want zo heb ik nooit gewerkt. En dat bevalt me prima. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook wel een beetje klaar was met de sleur bij de mannen. Als je 32 jaar in het betaald voetbal zit, en je moet voor de zovéélste keer naar FC Dordrecht, is het leuk om dat te doorbreken. Dus ik ben blij dat deze kans zich voordeed.”