Oranje nog niet in Kuip of ArenA: "Niet bang voor reputatieschade"

Voor de interlandperiode sprak bondscoach Andries Jonker nog met Jan Dirk van der Zee, directeur vrouwenvoetbal bij de KNVB, nog over het spelen in een groot stadion. "Ik ben niet bang voor reputatieschade als een groot stadion niet helemaal gevuld is voor de Oranjevrouwen", zegt Van der Zee tegenover NU.nl. "Het heeft met meerdere factoren te maken waarom we nu niet weer in een groot stadion spelen."

Zo moest de KNVB in december al aangeven in welk stadion het de finale of troostfinale van de Nations League zou spelen. De Kuip en het Philips Stadion vielen af, omdat Feyenoord en PSV toen nog actief waren in het bekertoernooi. De Johan Cruijff ArenA was wel vrij, maar de KNVB koos toch niet voor het Amsterdamse stadion. "We doen voor elke interland financieel onderzoek. We moeten er onder de streep geen verlies op lijden."

De KNVB moet voor een interland de huur voor het gebruik van het stadion en de kosten voor de beveiliging betalen. Die kosten moeten worden goedgemaakt met de inkomsten uit de kaartverkoop en sponsoring. "De Oranjevrouwen hebben een jonge doelgroep", geeft Van der Zee aan. De wedstrijd tussen Oranje en Duitsland wordt om 20:45 uur gespeeld. "Dat is erg laat voor kinderen."

Daarnaast zijn de prijzen voor de tickets een stuk lager dan de mannen, waardoor er veel kaarten verkocht moeten worden om uit de kosten te komen. Wel wil de KNVB dat de Leeuwinnen dit jaar nog in een groot stadion spelen. Dat zou dan tijdens een EK-kwalificatiewedstrijd moeten gebeuren. "Voor een klein voetballand krijg je De Kuip of de ArenA niet vol. En het moet wel goed vol zijn", geeft bondscoach Jonker aan.

Voor nu is het dus het Abe Lenstra Stadion. "De wedstrijd tegen Engeland was eigenlijk hét moment om in een groot stadion te spelen. Voor nu was Heerenveen de meest realistische oplossing. Daar konden de speelsters en ik ons wel in vinden. Het is een fijn stadion", aldus Jonker.