'De Eredivisieclubs zijn er klaar voor om die taak op zich te nemen''

Kirsten van de Ven vervult sinds negen maanden de rol van manager vrouwenvoetbal bij de KNVB. Voor elk meisje of elke vrouw met plezier in het voetbal probeert de oud-international een passende plek binnen het voetballandschap te vinden.

"Het is een dynamische functie met veel facetten. Het werk gaat alle kanten op en dat past me goed", vertelt ze in gesprek met het Eindhovens Dagblad. Komende zomer gaat Van de Ven als delegatiehoofd mee naar het EK Onder 19 en WK Onder 20.

"Dan trek ik mijn pak aan en ben ik een bobo", zegt ze lachend. "Eigenlijk is heel mijn leven tot nu toe een voorbereiding geweest op deze baan. Met veel vraagstukken die op tafel komen heb ik eerder zelf als voetbalster te maken gehad en anders komt mijn studie en levenservaring in het buitenland wel van pas."

Van de Ven ziet het verschil tussen de bezoekersaantallen bij de OranjeLeeuwinnen en die van de Eredivisie en heeft daar wel een verklaring voor: "Oranje bestaat al veel langer dan de Eredivisie. Duidelijk is dat er wel een markt is voor vrouwenvoetbal, de kaartjes voor de OranjeLeeuwinnen vliegen sinds een jaar over de toonbank. De potentie van de Eredivisie moet ook voor een groter publiek zichtbaar worden zonder zo'n groot toernooi als een EK."

"Maar ontwikkeling heeft tijd nodig", vervolgt de oud-speelster van onder meer FC Twente en FC Rosengård. "We willen blijven presteren met het Nederlands elftal en daarnaast een hoogwaardige competitie opzetten. Eerst moet er voldoende kwaliteit aanwezig zijn voor je het over meer clubs kunt verdelen. Jarenlang was het nodig dat de bond speelsters opleidde, maar de Eredivisieclubs zijn er klaar voor om die taak op zich te nemen. Dat is een interessant kantelpunt. We starten daarom met een beloftencompetitie. En we moeten er dan straks naartoe dat er tegenover transfers een opleidingsvergoeding komt te staan."