Lieke Martens kijkt terug: "Niet altijd even vlekkeloos verlopen"
Lieke Martens groeide de afgelopen jaren uit tot hét gezicht van het Nederlandse vrouwenvoetbal. De 31-jarige aanvalster begon op vijfjarige leeftijd met voetballen en viel al snel op.
"In het begin zat ik bij de regionale selecties. Toen speelde ik nog bij de E'tjes en werd ik geselecteerd voor een Onder 13-team regionaal. Maar toen was ik zelf nog maar negen", blikt Martens terug in het programma Rooijakkers Over De Vloer. "Ik speelde met meiden die elf, twaalf waren. Sommigen waren zelfs al dertien."
"Toen begon het al een beetje van: 'Dat meisje kan wel iets'. Ik was de kleinste van het veld, werd altijd gelijk in de spits gezet, omdat ik zo klein was", weet de Limburgse nog. Vervolgens ging het hard met de carrière van Martens. Op haar vijftiende ging ze uit huis. "Ik heb echt wel moeilijke periodes gehad. Het is niet altijd even vlekkeloos verlopen. Maar ik heb altijd goed contact gehouden met thuis. Mijn ouders kwamen op elke plek altijd wel langs."
Ze vertelt verder: "Toen ik vijftien was en nog niet kon koken, niet kon wassen, hing ik vaak aan de lijn. Dan was ik aan het leven op een worstenbroodje of zo", lacht de buitenspeelster. "Ik kon dus niet koken, dus ik ging naar de supermarkt en dacht 'dat is wel lekker, dat is wel lekker'. Dat ging natuurlijk helemaal niet goed. Dus ik moest heel veel leren. Maar het heeft me wel heel vroeg volwassen gemaakt. Als er iets was, los het zelf maar op. Je bent op jezelf aangewezen", aldus Martens.